Home pag. Pag. terug      christelijke-antwoorden.nl

Dilemma: Tussen melk en vast voedsel

Dit stuk gaat over de diversiteit binnen de gemeente en hoe daar mee om te gaan. Door de diversiteit van mensen in de gemeente, en ik doel hier nu op de mate van volwassenheid in het geloof, worden er aan deze gemeenschap ook heel verschillende “eisen” gesteld om deze diverse groep te kunnen huisvesten, voedden en “bezig te houden”.

De eerste brief aan de Korintiërs 3, 2
[1] Maar het was mij destijds niet mogelijk, broeders en zusters, tot u te spreken alsof u reeds geestelijk was en geen zondig leven meer leidde. In Christus was u nog zo onnozel! [2] Melk moest ik u geven, geen vast voedsel; dat kon u nog niet verdragen. Zelfs nu kunt u het niet, [3] want u leidt nog altijd een zondig leven. Of is het geen uiting van een zondig leven en van kleinmenselijk gedrag, dat er onder u jaloersheid en ruzies bestaan?

De brief aan de Hebreeën 5, 12 – Volwassenheid in het geloof
[11] Over dit onderwerp hebben wij veel te zeggen dat moeilijk uit te leggen is, nu u zo traag van begrip bent geworden. [12] Na zo veel tijd had u reeds leermeesters moeten zijn, terwijl u weer iemand nodig hebt om u te onderrichten in de eerste beginselen van het woord van God. Het is zover gekomen dat u melk nodig hebt in plaats van vaste spijs. [13] Wie van melk leeft, heeft nog geen weet van de rechte leer, want hij is een zuigeling. [14] Maar volwassenen gebruiken vast voedsel; hun zinnen zijn door ervaring en oefening gescherpt om onderscheid te maken tussen goed en kwaad

De gemeente is geen eenheidsworst

Uit deze twee bijbel passages blijken een aantal dingen:

  • Er word van ons verwacht dat we groeien in “de rechte leer”
  • Kinderen in het geloof verdragen geen vast voedsel. Mensen die nog geen afkeer hebben van de zonde verdragen geen spreken over een rein leven.
  • Blijkbaar had Paulus hen graag vast voedsel gegeven
  • Hieruit blijkt dat je niet iedereen zo maar op dezelfde manier kunt benaderen, of je jaagt de een weg, of je onthoud de ander zijn voedsel.

Ik hoorde eens iemand zeggen:

Iemand zei tegen me: “je spreekt te simpel” zijn reactie was daarop: “Voor mij was dit een compliment want ik spreek graag eenvoudig”.

Toen ik dit hoorde kwam dit positief op mij over, we moeten de opgeblazenheid en gewichtigheid vermijden en de dingen niet ingewikkelder maken dan ze zijn. Toch bleef dit wringen.

Gewenning aan het gemiddelde

Zelf had ik me al min of meer verzoend met het idee dat de preken in de gemeente voornamelijk zijn afgestemd op de nieuwe gelovigen. Mijn gedachte daarbij was: Je komt op een gegeven moment op een punt waarbij je niet meer komt om te halen, maar steeds meer om te geven. Ik ben dus min of meer gewend geraakt aan de situatie en beschouwde deze min of meer als een onveranderlijk gegeven.

Laodicea gevoel

Een jonger gemeente-lid schudde me in deze wakker. Hij voelde aan dat de preken wel erg voorzichtig zijn en dat dit niet bijbels is. In de bijbel werden de mensen nooit op kousen-voetjes benaderd maar word altijd rechtuit gesproken.

In een preek werd bijvoorbeeld gesproken over “de eindstreep halen”, dat dit niets te maken heeft met onze redding. Ik denk dat dit niet klopt met wat de bijbel hierover zegt. Zoiets lijkt me meer ingegeven om de mensen niet “onnodig” te verontrusten of af te schrikken. Zo zie je wel meer dat de verontrustende dingen in de bijbel vermeden worden. Dit verschil vind ik wel zorgelijk. Je krijgt dan inderdaad een beetje een Laodicea gevoel.

Ik geloof dat we wel degelijk kunnen afdwalen richting onze ondergang. I denk dat het offer van Jezus ter vergeving van onze zonden, waar we niet aan kunnen toevoegen, te vaak word uitgelegd met dat wij niets meer kunnen verprutsen, en dat laatste is duidelijk niet waar. Het halen van de eindstreep is wel degelijk het blijven in het geloof. Hiervan staan een aantal heel expliciete voorbeelden van in de bijbel. Of het afdwalen uiteindelijk ook ons definitieve verderf bewerkt is een diepgaande vraag waar ik niet op wil focussen. Ik denk dat het beter is te leven in vreze voor de Heer en te doen wat hij zegt in plaats van ons af te vragen hoe ver wij kunnen gaan met de kantjes er af te lopen.

Politiek correct

Ik vraag me ook wel eens af of onze gemeenten niet een beetje gebukt gaat onder de politieke correctheid. We zien de laatste tijd weer een naar elkaar toegroeien van gemeenten, regelmatig contact en wederzijds respect. Ik wil daar niets aan af doen, dit is zeer belangrijk. Eenheid in de gemeenten is waar de wereld aan kan zien dat wij volgelingen van Jezus zijn. Echter, als je naar jezelf kijkt als gemeente, dan kun je jezelf afvragen of dit niet het gevolg heeft dat we geen gevoelige onderwerpen durven aan te raken. Mensen met een radicaal geloof, of het onderwerp Israël, worden zo al snel gevaarlijk terrein.

Angst voor een radicale houding

Er is binnen de evangelische gemeente terecht een vrees voor het ontwikkelen van negatieve radicaliteit. Er zijn in deze contreien helaas te veel voorbeelden van waar het goed mis is gegaan en mis gaat.

In de volksmond is radicaal een synoniem voor

  • veroordelend
  • wettisch en liefdeloos
  • onvergevings gezind
  • onhandelbaar, geassocieerd met ruzie en kerk-strijd
  • Exclusiviteits denken. (Wij zijn de enige goede gemeente)

Maar Jezus was juist heel radicaal, maar dan in de originele betekenis van het woord radicaal. Met de betekenis die in de reclame voor reinigings middelen gebruikt word.

  • Grondig
  • niet halfslachtig
  • Doortastend

Zelf heb ik het gevoel dat radicaal toch te veel de negatieve uitleg krijgt waardoor het enthousiasme van nieuwe gelovigen in de zandbak van de stabiliteit en controle terecht komt. Het enthousiasme word dan afgeremd tot de gelovige enigszins gedesillusioneerd en verward achterblijft en zich ten slotte berust in de gemeente, of met al zijn onvolwassenheid zijn heil elders in een meer radicale gemeente gaat zoeken, met alle risico's van dien.

Hoe om te gaan met de diversiteit in de gemeente

Hoe moeten wij omgaan met de diversiteit in de gemeente? Hoe zorgen we er voor dat we aan de ene kant de nieuwe, of aspirant gelovigen niet wegjagen met radicale hard klinkende uitspraken en anderzijds, hoe zorgen we er voor dat mensen die de basis principes van het geloof kennen, uit gedaagd worden om zichzelf te onderzoeken en om de wat minder populaire thema's aan de orde te kunnen stellen?

Principiële discussie

Ik vraag me af er in onze gemeenten ruimte is om dit soort principiële discussies te voeren en of er mogelijkheden zijn, of visie is om hier mee te experimenteren.

Een preek voor “gevorderden”

Een oplossing zou kunnen zijn om een preek voor “gevorderden” te houden. Ik weet heel goed dat hier allerlei haken en ogen aan zitten.

Bijvoorbeeld, hoe zorg je er voor dat

  • dit geen “elite groep” word van arrogante gehaktballen die naast hun schoenen lopen
  • dit geen splijtzwam word in de gemeente
  • dit geen studie groep word waarbij kennis en zelfverhoging verborgen doelen worden

en dus hoe zorg je er voor

  • dat de gemeente een blijft
  • dat deze groep een bron van dienaren word binnen de gemeente
  • dat zij nederig blijven

De balans tussen toegankelijk en een waterig aftreksel

Veel uitdagender nog is de vraag hoe we de nieuwe gelovigen tegemoet moeten treden. Doorgaans word als vanzelfsprekend aangenomen dat voorzichtig betekend dat je de nieuwe gelovigen niet te direct mag toespreken. Zelf denk ik dat het veel belangrijker is om onderscheid te maken tussen onderwijs en veroordeling. Ik denk dat heel veel mensen duidelijk onderwijs een verademing vinden en dat wij ons moeten afvragen of we mensen moeten “lijmen” met zachte woorden die de leer van christus (nog) niet kunnen verdragen. Uiteindelijk is de Geest degene die bekeert en de manier bij uitstek om hem de eer te gunnen is door niet van het woord af te wijken.

Conclusie

Dit keer geen duidelijke antwoorden, wel een duidelijke vraag. Ik hoop dat ik U, gemeente leiders, enigszins onrustig in uw stoel heb doen schuiven en dat u gaat zoeken naar wegen om hieraan tegemoet te komen.


Home pag.