Home pag.      christelijke-antwoorden.nl

Vraag: Is de redding uit het geloof of is ze uit werken?

Komt de redding uit het geloof, of is ze uit goede werken?

Antwoord: De redding is uit het geloof, de werken komen uit de nieuwe gezindheid.

Deze twee, redding en werken, hebben de kerken veel strijd en verdeeldheid opgeleverd. Enerzijds zijn er gelovigen die menen dat je Jezus moet volgen in daden en dat daaruit je redding bewerkt word. Anderzijds zijn er mensen die menen dat je niets aan je redding kunt bijdragen en dat de redding uitsluitend uit genade komt.

In het eerste geval krijg je mensen die door hun werken nauwelijks toe komen aan het woord, in de tweede groep heeft men nog al eens last van passiviteit. In beide gevallen heeft men een onvolledig beeld van de redding, en dat is niet zonder gevolgen zoals ik u ook zal laten zien. Ik zal dat hier verder toelichten en hoop voor u deze kwestie definitief uit de wereld te kunnen helpen.

Ik zal eerst voorbeelden geven van verwijzingen die zowel de eerste als de tweede overtuiging ondersteunen. Daarna zal ik de relatie tussen deze twee uitleggen, en dat doe ik niet door een compromis te sluiten of te schipperen met het woord, maar gewoon door de bijbel voor zichzelf te laten spreken. Het is vaak een kwestie van de juiste tekst in de juiste context plaatsen en dan kunt u zelf beoordelen wat dit voor u betekend.

Ik vrees dat dit stuk wat langer is dan gebruikelijk door de grote hoeveelheid aan teksten die er over dit onderwerp te vinden is. De bijbel besteed hier werkelijk heel veel aandacht aan, het is daarom des te triester dat onze leraren er in veel gevallen niet in zijn geslaagd om ons dit goed en evenwichtig uit te leggen.

Verwijzingen naar: "Goede werken"

Matteüs 5:16
[16] Laat zo jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede werken zien en jullie Vader in de hemel verheerlijken.

Matteüs 16:27
[27] Want de Mensenzoon zal komen, bekleed met de heerlijkheid van zijn Vader, samen met zijn engelen, en dan zal Hij iedereen loon naar werken geven.

Handelingen 9:36
[36] In Joppe woonde een leerlinge die Tabita heette, dat wil zeggen Gazelle. Ze deed veel goede werken en bewees liefdadigheid in overvloed.

Handelingen van de apostelen 20, 35
[35] In alles heb ik u laten zien dat men zo, door hard te werken, de zwakken moet helpen, gedachtig de woorden van de Heer Jezus, die zelf heeft gezegd: “Het is zaliger te geven dan te ontvangen.

Romeinen 2, 6
[6] Hij zal iedereen loon naar werken geven: [7] het eeuwig leven aan hen die door standvastig het goede te doen, streven naar onvergankelijke heerlijkheid en eer;

Timoteüs 2, 10
[10] maar met goede werken, zoals dat vrouwen past die godvruchtig willen zijn.

Loon naar werken

Merk op dat hier nergens staat dat u gered word door uw werken, hoewel, het is niet te verbazen als u deze conclusie getrokken hebt omdat er wel degelijk een relatie is tussen deze twee.

Loon naar werken, en de redding zijn naar mijn inzicht twee verschillende dingen. De redding is dat je straks bij de Vader in de Hemel mag zijn, je loon is wat je daar te doen krijgt.

Matteüs 24:23
[23] Zijn heer zei tegen hem: “Uitstekend, goede en trouwe slaaf, in het kleine ben je betrouwbaar geweest, over veel zal ik je aanstellen. Kom delen in de vreugde van je heer.”

Verwijzingen naar: "Uitsluitend uit genade"

Handelingen van de apostelen 15, 11
[7] Na veel discussie stond Petrus op en zei tegen hen: ‘Broeders, je weet dat God er van meet af aan bij jullie voor gekozen heeft dat door mijn mond de heidenen het evangeliewoord zouden horen en tot geloof zouden komen. [8] God die de harten kent heeft dat bevestigd door hun, net als ons, de heilige Geest te schenken. [9] Hij heeft in geen enkel opzicht onderscheid gemaakt tussen ons en hen, omdat Hij met het geloof hun harten gezuiverd heeft. [10] Waarom wilt u dan nu God uitdagen om op de nek van de leerlingen een juk te leggen dat onze voorvaderen noch wijzelf konden dragen? [11] Nee, het is door de genade van de Heer Jezus dat wij geloven gered te worden, evengoed als zij.’ [12] Heel de vergadering werd stil en men luisterde naar de verhalen van Barnabas en Paulus

Romeinen 3, 21
[21] Thans is echter, buiten de wet om, Gods gerechtigheid openbaar geworden, waarvan de Wet en de Profeten getuigenis afleggen: [22] Gods gerechtigheid, die zich door het geloof in Jezus Christus meedeelt aan allen die geloven, zonder enig onderscheid. [23] Want allen hebben gezondigd en allen zijn verstoken van de goddelijke heerlijkheid. [24] Allen worden gratis door zijn genade gerechtvaardigd, krachtens de verlossing die in Christus Jezus is. [25] Voor wie gelooft heeft God Hem aangewezen als middel van verzoening door zijn bloed. God wilde zo zijn gerechtigheid tonen, door in zijn verdraagzaamheid de zonden van het verleden te laten passeren. [26] Hij heeft zijn gerechtigheid nu willen tonen, in onze tijd, opdat zou blijken dat Hijzelf rechtvaardig is door ieder rechtvaardig te maken die leeft vanuit het geloof in Jezus. [27] Waar blijft dan de eigen roem? Die is onmogelijk geworden! Door welke wet? Door die van de werken? Nee, door de wet van het geloof. [28] Ik beweer juist dat de mens gerechtvaardigd wordt door te geloven, niet door de wet te onderhouden.

Romeinen 4, 16
[13] Ook de belofte aan Abraham en zijn nakomelingen dat zij de wereld zouden erven,
steunt niet op de wet maar op de gerechtigheid van het geloof. [14] Als alleen zij die zich op de wet verlaten de erfgenamen zijn, heeft het geloof geen zin en blijft de belofte zonder uitwerking. [15] Want het resultaat van de wet is alleen maar straf, en waar geen wet is, is ook geen overtreding. [16] Daarom hangt het af van het geloof, opdat het genade is

Romeinen 5, 2
[1] Gerechtvaardigd door het geloof leven wij in vrede met God door Jezus Christus onze Heer. [2] Hij is het die ons door het geloof de toegang heeft ontsloten tot die genade waarin wij staan; door Hem ook mogen wij ons beroemen op onze hoop op de heerlijkheid van God.

de Romeinen 11, 6
[6] Is het echter uit genade, dan is het niet vanwege verdienstelijke daden; anders zou de genade geen genade meer zijn.

Efeziërs 2, 5
[4] Door zijn grote liefde voor ons heeft God, die rijk is aan barmhartigheid, [5] ons die dood waren door onze overtredingen, met Christus ten leven gewekt. Aan zijn genade dankt u uw redding... [8] Inderdaad, aan die genade dankt u uw redding door het geloof; en dat dankt u niet aan uzelf. Gods gave is het; [9] u dankt het niet aan uw prestaties, opdat niemand trots zou zijn.

Zie je dat het er vaak meerdere keren achter elkaar in dezelfde tekst staat? Het is echt heel belangrijk dat u niet op uzelf vertrouwd!

De tegenstelling tussen geloof en werken

De tegenstelling tussen geloof en werken ontstaat als u gaat vertrouwen op uw eigen werken, als u gered wild worden door uw eigen kracht. Ik verzeker U, dit zal u niet lukken. Merk op dat “redding door de wet te onderhouden”, wat de farizeeën trachten te doen, hetzelfde is als “vertrouwen op werken”, want door te vertrouwen op de christelijke leefregels heeft u een nieuwe wet gemaakt en redding uit de wet is onmogelijk.

Galaten 5:1
[1] Voor die vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt. Houd dus stand en laat u niet opnieuw het slavenjuk opleggen. [2] Let op mijn woorden. Ik, Paulus, zeg u: als u zich laat besnijden, zal Christus u niets baten. [3] Nogmaals verzeker ik ieder die zich laat besnijden, dat hij verplicht is de hele wet te onderhouden. [4] Als u door de wet gerechtvaardigd wilt worden, hebt u met Christus gebroken; dan hebt u de genade verbeurd. [5] Want wij verwachten door de Geest de verhoopte gerechtigheid van het geloof.

Als u op uw eigen kracht vertrouwd dan heeft u met Christus gebroken. Door op uw eigen werken te vertrouwen zegt U: “Ik heb zijn offer niet nodig want ik bewerk het zelf”. Maar de wet zegt, je moet je aan heel de wet houden, niet aan een paar regels die u zelf uitkiest. Ik hoop dat u inziet dat dit onmogelijk is en dat U hiermee uw redding verspelen kunt als u niet tot inkeer komt.

De relatie tussen geloof en werken

Efeziërs 2, 10
[8] Inderdaad, aan die genade dankt u uw redding door het geloof; en dat dankt u niet aan uzelf. Gods gave is het; [9] u dankt het niet aan uw prestaties, opdat niemand trots zou zijn. [10] Gods werk zijn wij, geschapen in Christus Jezus, om in ons leven de goede werken te doen die God voor ons heeft bereid, opdat wij daarin zouden leven.

In dit vers lijkt voor u misschien een tegenstrijdigheid te staan, er word zowel verwezen naar de redding uit het geloof als naar werken. Ik heb dit juist hier geplaatst omdat hierin al een beetje de volgorde van de dingen naar voren komt.

Kolossenzen 1, 10
[9] Vanaf de dag waarop wij dit hebben gehoord, blijven wij dan ook onophoudelijk voor u bidden. Wij smeken God u alle wijsheid en geestelijk inzicht te schenken, zodat u zijn wil volledig verstaat [10] en een leven leidt dat de Heer waardig is en Hem in alles behaagt, zodat u op allerlei gebied vrucht draagt door goede werken en groeit in de waarachtige kennis van God. [11] Moge u door zijn heerlijke kracht gesterkt worden om alles uit te houden en alles te verdragen.

Opnieuw een verwijzing naar de relatie tussen geloof en werken. Hier schemert door dat het geloof en de vruchten van de Geest zich uiten, zich openbaren in werken. Wat zich in uw geest afspeelt word, om het zo te zeggen, zichtbaar door uw handen.

Romeinen 6, 15 – In dienst van de gerechtigheid
[15] Betekent dit dat het ons vrij staat te zondigen, omdat wij niet meer onder de wet leven, maar onder de genade? Dat verhoede God! [16] Het is immers duidelijk dat men dié meester als slaaf moet gehoorzamen in wiens dienst men zich stelt: ofwel u dient de zonde – en dit loopt uit op de dood – ofwel de gehoorzaamheid – en die leidt tot gerechtigheid. [17] Maar u bent, God zij dank, geen slaven meer van de zonde: u hebt zich van harte onderworpen aan de beginselen van de leer die u is overgeleverd. [18] U bent bevrijd van de zonde en dienaren geworden van de gerechtigheid. [19] – Sprekend tot zwakke mensen, druk ik mij erg menselijk uit. – Zoals u eertijds uw ledematen in dienst hebt gesteld van onreinheid en steeds grotere bandeloosheid, zo moet u ze nu in dienst stellen van de gerechtigheid, tot uw heiliging. [20] Toen u slaaf was van de zonde, was u vrij ten opzichte van de gerechtigheid. [21] Welke vruchten hebben uw daden toen opgeleverd? Alleen dingen waarover u zich nu schaamt, want ze liepen uit op de dood. [22] Maar nu, bevrijd van de zonde en dienstknecht geworden van God, oogst u heiligheid en tenslotte eeuwig leven.

Er is dus een relatie tussen geloof en het uitblijven van de zonde. Niet dat de zonde ineens helemaal weg is, maar ze zal wel degelijk verminderen. Maar hoe zit dat dan? Ik het hierna volgende vers word de relatie tussen geloof en werken gelegd:

Het evangelie volgens Matteüs 7, 26 – Horen en doen
[24] Ieder die Mij hoort en doet wat Ik zeg, zal het vergaan als een verstandig man die zijn huis bouwde op de rots. [25] De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag, de wind stak op en ze stortten zich op dat huis, en het stortte niet in, want het was op de rots gegrondvest. [26] Ieder die deze woorden van Mij hoort en ze niet doet, zal het vergaan als een domme man die zijn huis bouwde op zand. [27] De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag, de wind stak op en ze sloegen tegen dat huis, en het stortte in: het werd één grote ruïne.’

Als je geloofd, doe dan wat Jezus zegt. Als je niet doet wat hij zegt dat zeggen je daden: “Ik geloof niet”. Doen wat Jezus zegt zal op een aantal manieren uitwerken in je leven: Je gebondenheid met geld en materiële zaken zal minder worden, niet waardeloos, maar minder. Geld was eerst slavendrijver, maar onder het geloof is het slechts voorwerp van gebruik. Je word minder betoverd door de verleidingen van de satan en dus worden ook de zonden minder. Maar er is nog iets. Door te doen wat Jezus zegt moedig je de Geest aan om je te gaan leiden. Je gaat dan leven vanuit de Geest. Maar als je daarentegen steeds de aanwijzingen van Jezus naast je neerlegt en je eigen weg gaat, waarom zou de Geest je dan willen vermoeien met nog meer van hetzelfde? Hij geeft je het alleen als je het ook ontvangen wil.

Korintiërs 15, 10
[8] Het laatst van allen, als aan een misgeboorte, is Hij ook verschenen aan mij. [9] Ik ben immers de minste van de apostelen, niet waard om apostel te heten, want ik heb de kerk van God vervolgd. [10] Maar door de genade van God ben ik wat ik ben, en zijn genade voor mij is niet vruchteloos geweest. Ik heb harder gewerkt dan alle anderen; dat wil zeggen, niet ik, maar de genade van God met mij.

Ik geloof dat Paulus u hier voorzichtig probeert te zeggen dat hij het niet uit eigen kracht heeft. Eerst is er de redding, dan de werken die getuigen van de redding, niet andersom. Zoek nog een na hoe Paulus gered werd. Niet uit eigen kracht! Zijn fanatieke geloof uit eigen kracht was er al voor zijn ontmoeting met Jezus. Hij deed genoeg, maar uit wereldse wijsheid richtte hij alleen maar schade aan. Hij bestreed juist het geloof. Pas toen hij geloofde gingen zijn ogen open en ging hij met God wandelen. Na 7 jaar werden zijn daden waardevol. Zijn geloof werd zichtbaar in goede werken.

Hij zijn dus niet de daden die de redding bewerken maar het is de redding die je tot andere gezindheid brengt en die de daden bewerkt die je redding bevestigen. Ze laten zien dat je gelooft en dienovereenkomstig gaat leven, met Jezus als koning in je leven. Verder, als u goed oplet, zegt dit verhaal ook dat de redding soms tijd nodig heeft voordat het zich uit in goede werken.

En in deze context kunt u nu ook Jakobus 1 & 2 lezen. Hier slechts twee stukjes:

Jak.1:21
Verwijder daarom elke smet, elk restant van slechtheid; wees zachtmoedig en neem het woord van God ter harte, dat in u werd geplant en de kracht bezit uw leven te redden. [22] Luister niet alleen naar het woord, maar handel er ook naar; anders bedriegt u uzelf.

Jak.2:18
[18] Maar iemand zal zeggen: ‘U hebt het geloof, maar ik heb de daad.’ Bewijs me eens dat u geloof hebt, als u geen daden kunt tonen; dan zal ik u uit mijn daden mijn geloof bewijzen. [19] U gelooft dat er slechts één God is? Uitstekend! Ook de demonen geloven dat, en sidderen! [20] Dwaas, wilt u het bewijs dat het geloof zonder daden waardeloos is? [21] Is onze vader Abraham niet gerechtvaardigd vanwege zijn daden,

Hier zegt Jacobus glashard, je geloofd maar je doet niet? Zo doen ook de demonen, ze hebben gehoord maar hun aard is niet veranderd. Oei! Met de houding: “Passief blijven want Jezus doet toch alles”, word hier min of meer de vloer aangeveegd! Als Jezus werkelijk jou koning is, als hij werkelijk koning in jou leven is, dan moet je dat kunnen zien.

En dan is er nog deze passage, ook die gaat over het koninkrijk en het gebruik van je gaven. Ach, ik wil u niet onnodig verontrusten, maar overdenk toch wat u doet met uw leven.

Mat.25:24
[24] Ook degene die het ene talent had gekregen, kwam naar voren en zei: “Heer, ik heb u leren kennen als een streng man; u oogst waar u niet hebt gezaaid en u haalt binnen waar u niet hebt uitgestrooid. [25] Uit angst heb ik uw talent in de grond gestopt. Kijk, hier hebt u uw eigendom terug.” [26] Maar zijn heer antwoordde hem: “Slechte, lamlendige slaaf, je wist dat ik oogst waar ik niet heb gezaaid en binnenhaal waar ik niet heb uitgestrooid. [27] Je had dus mijn geld op de bank moeten zetten. Dan had ik het bij mijn komst met rente teruggekregen. [28] Neem hem daarom het talent af en geef het aan hem die de tien talenten heeft. [29] Want aan ieder die heeft, zal gegeven worden en wel overvloedig. Maar aan degene die niet heeft, zal zelfs nog ontnomen worden wat hij heeft. [30] Werp die nutteloze slaaf in de uiterste duisternis.” Het zal daar een gejammer zijn en een tandengeknars.

In dit voorbeeld noemt de heer hem lui en de slaaf zelf zegt dat zijn motieven uit angst voortkwamen. Handel niet uit angst, maar uit liefde.

Als je tot nog toe hebt gedacht dat al je zonden door hem worden afgedekt en daarom niet echt van binnen verandering hebt toegelaten, geef dit dan toe in gebed en beleid je passiviteit. Vraag Hem om je te leiden en om al de roadblocks die je hebt opgeworpen aan te wijzen en af te breken zodat je kunt gaan horen en doen. En als hij ze aanwijst, wees er dan op voorbereid dat zoiets pijn doet en misschien je hele levenshouding doet wankelen.

Samenvatting

Zowel zij die uitsluitend op daden vertrouwen, als zij die uitsluitend op de genade vertrouwen zijn misleid. De Heer doet een werk om ons te veranderen en hij spreekt niet tot de doven.

Vertrouw volledig op zijn genade maar ook, hoor en doe, u moet het ene doen, en het andere niet laten.

U heeft geen Koning om zijn opdrachten te negeren. Negeren kun je misschien doen bij de dorpsgek, maar niet bij je koning!

Gerelateerde onderwerpen

Mannen en hun drang tot werken?

Wat moet ik doen om gered te worden?




Home pag.